“Op zoek naar vitale voeding” beschrijft de groei van levensmiddelen, levensmiddelen waar mijn koks en ik dagelijks mee werken. Het is een wetenschappelijke onderbouwing over het verschil tussen biologisch en niet biologisch geteelde producten. Voor iemand zoals ik opgegroeid in de keuken, een vrij ingewikkeld verhaal. Echter, de grote lijn van het verhaal kan ik vrij simpel uitleggen. De mens is namelijk heel goed in staat om snel zelf te bepalen welke producten goed (gezonder) zijn en welke minder goed zijn.

Het conventionele model voor landbouw gaat uit van: “Hoe meer je de bodem bewerkt, des te beter!” Waarom?

In de afgelopen decennia en op landbouwscholen leren we vooral tégen de natuur te werken door het gebruik van kunstmest, chemicaliën, pesticiden, insecticiden, fungiciden, kunstmatige inseminatie, en nog meer industriële landbouwmethoden, in plaats van dat we de kracht van de natuur benutten. In dit boek zien we hoe alles begint in en met de grond. Als die niet gezond is, kunnen we niets gezonds produceren. Dan worden niet alleen onze dieren en bedrijven, maar ook wijzelf en de hele wereld ongezond.